zendingsdrang

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zen·dings·drang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zendingsdrang
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zendingsdrang m [1]

  1. de hinderlijke neiging hebben om andere mensen te overtuigen van je eigen mening, standpunt of geloof
    • U duikt zelf dit jaar ter gelegenheid van zestig jaar ruimtevaart overal op. Plaatjesactie bij Albert Heijn, tentoonstelling in de Space Expo, straks de SpaceXperience in de Ziggo Dome... Vanwaar die zendingsdrang?[2] 
    • Tijdens mijn studie Chinees en Japans raakte ik gefascineerd door het boeddhisme. Later kreeg ik de kans enkele spirituele grootheden persoonlijk te ontmoeten, waaronder moeder Teresa. Goede geestelijk leiders hebben geen zendingsdrang en accepteren dat iemand andere opvattingen heeft. Door deze mensen op te zoeken en te interviewen, hoop ik meer begrip te kweken voor andere culturen.[3] 
    • Zendingsdrang in reclameblokken: Televisiereclame in de week voor Kerstmis moet Nederlanders overhalen om met kerst naar de kerk te komen voor het ware kerstverhaal. De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) heeft daartoe reclametijd gekocht bij de Ster en RTL 4 voor 125 commericals.[4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf MARJOLEIN SCHIPPER 11 aug. 2017
  3. de Telegraaf 22 sep. 2014
  4. de Telegraaf HANS KUITERT 06 dec. 2013