zend in
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zend in
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inzenden |
zend (…) in
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzenden
- Ik zend in.
- gebiedende wijs van inzenden
- Zend in!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzenden
- Zend je in?
Gangbaarheid
- Het woord zend in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.