zemig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ze·mig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zemig | zemiger | zemigst |
verbogen | zemige | zemigere | zemigste |
partitief | zemigs | zemigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zemig
- op een zeem gelijkend
- De tabak werd over het algemeen wat zemig, wat wild en grof van steel bevonden, terwijl de brand evenwel vrij goed was.[1]
Gangbaarheid
- Het woord zemig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zemig" herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ blz 378 Tijdschrift voor nijverheid en landbouw in Nederlandsch-Indië, volume 34, 1887
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be