zelfverrijking
Uiterlijk
- zelf·ver·rij·king
- samenstelling van zelf en verrijking
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfverrijking | zelfverrijkingen |
verkleinwoord | - | - |
de zelfverrijking v
- (economie) (bedrijfskunde) persoonlijke verrijking van m.n. bestuurders door het aan zichzelf verstrekken van hoge salarissen, vergoedingen, bonussen en wat ze verder nog als 'incentives' nodig denken te hebben
- Het woord zelfverrijking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.