zelfverloochening
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zelf·ver·loo·che·ning
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en verloochening zn [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfverloochening | zelfverloocheningen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zelfverloochening v
- de opoffering van de eigenbelangen ten gunste van een ander
- ▸ Ze houdt van literatuur, maar is geen missionaris, geen onzelfzuchtige dienaar van het geschreven woord, zoals haar vader. Zoveel eerbied en zelfverloochening kan ze niet opbrengen.[3]
- ▸ Culturele verrijking is een groot goed en zeer de moeite waard om nagestreefd te worden, maar door angst gedreven zelfverloochening past in geen enkele cultuur en leidt nergens ter wereld tot respect. Prettige Kerstdagen![4]
Synoniemen
Vertalingen
1. de opoffering van de eigenbelangen ten gunste van een ander
Gangbaarheid
- Het woord zelfverloochening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ zelfverloochening op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron FIDES CIBLAK“Vat krijgen op woorden” (09 nov. 2012), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron “’Lafheid leidt niet tot respect’” (23 dec. 2016), De Telegraaf