zelfplagiaat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zelf·pla·gi·aat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en plagiaat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfplagiaat | zelfplagiaten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het zelfplagiaat o
- uit eigen werk citeren zonder bronvermelding
- ▸ Oud-hoogleraar Mart Bax van de Vrije Universiteit heeft zich ten minste vijftien jaar schuldig gemaakt aan ernstig wetenschappelijk wangedrag, valsheid in geschrifte en zelfplagiaat.[1]
- ▸ De Vrije Universiteit in Amsterdam wil het hele oeuvre van professor ruimtelijke economie Peter Nijkamp laten onderzoeken. Zijn werk moet beoordeeld worden op (zelf)plagiaat. Aanleiding is ophef rond een proefschrift van een promovenda die Nijkamp tot voor kort begeleidde. Daarin zou sprake zijn geweest van zelfplagiaat van het werk van de promovenda zelf en van Nijkamp.[2]
- ▸ Zelfplagiaat is geen plagiaat. Het is beter om deze term helemaal niet meer te gebruiken. Dat adviseert de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen (KNAW) naar aanleiding van de recente ophef rondom Peter Nijkamp, professor in de ruimtelijke economie van de Vrije Universiteit van Amsterdam, die meerdere keren zijn eigen werk zou hebben geciteerd in wetenschappelijke artikelen zonder bronvermelding.[3]
Gangbaarheid
- Het woord zelfplagiaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Oud-hoogleraar zoog ruim 60 artikelen uit zijn duim” (23 sep. 2013), Tubantia
- ↑ Weblink bron “VU wil hele oeuvre Nijkamp laten onderzoeken op plagiaat” (07-01-2014), Tubantia
- ↑ Weblink bron “KNAW: Zelfplagiaat is geen plagiaat” (02-04-2014), Tubantia