zelforganiserend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelforganiserend (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛlfɔrɣaniˌzerənt / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- zelf·or·ga·ni·se·rend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en organiserend bn
Bijvoeglijk naamwoord
zelforganiserend
- iets dat zichzelf regelt zonder dat externe sturing nodig is
- ▸ De verpleegteams werden zelforganiserend en kregen er tegelijkertijd meer taken bij. Tel daar de toegenomen zwaarte van de zorgvraag bij op en je raakt in een neerwaartse spiraal van medewerkers die overbelast raken.[1]
- ▸ Dit laat zien dat de vorming van de oogbeker wordt bepaald door een zelforganiserend genetisch programma dat elke cel zijn plaats en zijn functie geeft.[2]
- ▸ Maar in principe kan iedereen zelforganiserend zijn, dat is de essentie van de mens. "[3]
Gangbaarheid
- Het woord zelforganiserend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “'We wilden te veel, te snel'” (25-01-2009), Tubantia
- ↑ Weblink bron Ben van Raaij“Beginnende muizenogen gekweekt uit stamcellen” (07-04-2011), Tubantia
- ↑ Weblink bron Karolien Koolhof“'Over 20 jaar heeft niemand meer een baas'” (03-04-2018), Tubantia