zelfoprichtend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfoprichtend (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛləfɔpˌrɪxtɛnt / (4 of 5 lettergrepen)
Woordafbreking
- zelf·op·rich·tend
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | zelfoprichtend |
verbogen | zelfoprichtende |
partitief | zelfoprichtends |
Bijvoeglijk naamwoord
zelfoprichtend
- (scheepvaart) (van een schip) na omslaan weer overeind komend zonder hulp van buitenaf
- ▸ Bij een stabiliteitsomvang van 150 graden zal de boot in de praktijk nooit omgeslagen blijven liggen: een klein zetje van een golf is dan al voldoende om hem weer te doen terugkenteren. Een belangrijke conclusie is dus dat het zelfoprichtend vermogen van een schip in golven blijkbaar een andere betekenis heeft dan in vlak water.[1]
- met de eigenschap dat het vanzelf terugkeert naar een positie waarin de bovenkant weer bovenaan zit
- (bouwkunde) (van een torenkraan) met de mogelijkheid hoger te worden door segmenten aan zichzelf toe te voegen, zonder hulp van een andere hijskraan
- ▸ Dit Noorse bedrijf ontwikkelt een nieuw modulair zelfoprichtend kraansysteem dat zowel voor de installatie van windturbines op land als op zee en zowel voor vaste als drijvende windturbines kan worden gebruikt.[2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord zelfoprichtend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron J. GerritsmaOnderzoek naar omslaan van zeiljachten in brekende golven : Conclusie: Moderne wedstrijdjachten zijn onveilig in: Waterkampioen, nr. 13 (jüli 1986), ANWB, 's-Gravenhage, p. 23 kol. 1
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “RWE ondersteunt ontwikkeling Noors innovatief zelf oprichtend kraansysteem voor windturbines” (17 december 2022) op windenergie-nieuws.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 of 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -d in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal