zelfopheffing
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zelf·op·hef·fing
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en opheffing zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfopheffing | zelfopheffingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zelfopheffing v
- het zichzelf vernietigen; het bestaan van zichzelf beëindigen
- ▸ Ook in Duitsland liggen 'Gutmenschen' onder vuur, en horen we klachten over culturele zelfmoord en nationale zelfhaat, dat versterkt zou zijn door schuldgevoel over de Holocaust waardoor er nu honderdduizenden antisemieten zijn geïmporteerd. Die geluiden komen niet alleen van de AfD. Ook Thilo Sarrazin, oud-lid van de Bundesbank en SPD-lid, heeft met zijn bestsellers over de Duitse zelfopheffing en de euro voorwerk verricht.[1]
- ▸ Het duurde even voordat het besef doordrong dat protestnota’s, stakingen en zelfopheffing van studentenorganisaties weinig indruk op de Duitse dwingeland maakten. Er was hardere actie nodig. Een deel van de studenten ging daartoe over.[2]
- ▸ In het Pools parlement had gisteren een voorstel tot zelfopheffing van het huis van volksvertegenwoordigers niet de vereiste tweederde meerderheid gekregen. Indien de meerderheid was behaald, had dit de weg naar vervroegde verkiezingen in juni geopend.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zelfopheffing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Opinie op Zondag: Overal klinkt de echo van verraad” (19 augustus 2018), de Volkskrant
- ↑ Weblink bron L. Vogelaar“Studentenverzet was groot, de mythe groter” (23-04-2018), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron bava“Poolse president wimpelt ontslag regering af” (06/05/2005), De Standaard