zelfmedelijden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfmedelijden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛləfmedəˌlɛidə(n) / (5 of 6 lettergrepen)
Woordafbreking
- zelf·me·de·lij·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf en medelijden
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfmedelijden | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het zelfmedelijden o
- dat je het jammer vindt voor jezelf
- Hij had veel zelfmedelijden omdat hij een onvoldoende voor de toets had gehaald. Terwijl hij er hard voor had gestudeerd.
- Hij is charmant, open en heeft gevoel voor humor. Zelfmedelijden ligt op de loer, maar krijgt niet veel kans. Zijn hele bezit bestaat uit een halflege plastic zak, waarin een tondeuse zit die hij oplaadt in de bibliotheek: „Je bent nu eenmaal een valse nicht,” zegt hij meerdere keren over zichzelf, net als de krachtterm „krijg de tandjes!” [1]
Gangbaarheid
- Het woord zelfmedelijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zelfmedelijden" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ NRC Hans Beerekamp 26 oktober 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 of 6 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %