zelfcorrigerend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zelfcorrigerend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zelf·cor·ri·ge·rend

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zelf zn  en  corrigerend bn 

	stellend
onverbogen	zelfcorrigerend
verbogen	zelfcorrigerende
partitief	zelfcorrigerends

Bijvoeglijk naamwoord

zelfcorrigerend

1. zonder inmenging van buitenaf de eigen fouten of misstanden verbeterend

   ▸ Volgens August de Loor van het Adviesburo Drugs in Amsterdam, een van de testcentra waar het Trimbos mee samenwerkt, is er bovendien sprake van ,,een zelfcorrigerend mechanisme op de xtc-markt. Hierdoor vertoont de kwaliteit van de uitgaansdrug altijd ,,een golfbeweging .

   ▸ De Vestia-affaire is uniek in de veronachtzaming van de eisen voor goed bestuur en ook in de omvang van de financiële gevolgen, maar in de hele corporatiesector is te weinig 'zelfcorrigerend vermogen'. Er wordt ook onvoldoende en te laat ingegrepen.

Vertalingen

    1. instaat om de eigen fouten te verbeteren   

Engels: self-correcting (en)

Gangbaarheid

• Het woord zelfcorrigerend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.