zeilkar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zeil·kar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zeil ww en kar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeilkar | zeilkarren |
verkleinwoord | zeilkarretje | zeilkarretjes |
Zelfstandig naamwoord
- (scheepvaart) een in een rail passend systeem om het zeil bij hijsen aan de mast te bevestigen
Gangbaarheid
- Het woord 'zeilkar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.