zeilkamp

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeil·kamp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeilkamp zeilkampen
verkleinwoord zeilkampje zeilkampjes

Zelfstandig naamwoord

het zeilkampo

  1. (scheepvaart) een kamp van zeilers, met name gebruikt voor jongeren die willen leren zeilen
    • Hij ging vorige week op zeilkamp en komt vandaag weer terug. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be