zeilfamilie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zeilfamilie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zeil·fa·mi·lie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeilfamilie | zeilfamilies |
verkleinwoord | zeilfamilietje | zeilfamilietjes |
Zelfstandig naamwoord
de zeilfamilie v
- familie waarvan veel leden zeilen
- ▸ De regatta in Kiel was in haar jeugd een voortdurend herhaalde sociale dwang voor haar geweest omdat ze geboren was in een van de bekendste zeilfamilies.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'zeilfamilie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142