zeilden
Uiterlijk
- zeil·den
vervoeging van |
---|
zeilen |
zeilden
- meervoud verleden tijd van zeilen
- Wij zeilden.
- Jullie zeilden.
- Zij zeilden.
- Wij zeilden.
- Het woord zeilden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
zeilen |
zeilden