zegt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zegt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zeggen |
zegt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeggen
- Jij zegt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeggen
- Hij zegt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zeggen
- Zegt!
- ▸ ‘Ik word daar boos van,’ zegt Andréa Cilento.[1]
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers