zeeschuimerij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·schui·me·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeeschuimerij -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zeeschuimerijv

  1. (scheepvaart) het zich wederrechtelijk toe-eigenen van schepen op zee
    • De zeeschuimerij rond de Hoorn van Afrika neemt steeds grotere vormen aan. 

Gangbaarheid