zeergeleerd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeer·ge·leerd
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen zeergeleerd
verbogen zeergeleerde
partitief zeergeleerds

Bijvoeglijk naamwoord

zeergeleerd

  1. deel van de titel van iemand met een doctorstitel.
    • Hij werd aangeschreven met "zeergeleerde heer". 
  2. blijk gevend van uitvoerige studie
     Een nog sterker argument is afkomstig van Erasmus van Rotterdam, een zeker zeergeleerd man en heel goed bevriend met zowel de koning als de koningin.[1]


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 juli 2023 Weblink bron
    Johannes Cochlaeus
    (citaat) in:
    Desiderius Erasmus (vert. Frans Slits & Rob Tuizenga)
    De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141. (2019), Ad. Donker, Rotterdam, ISBN 9789061005315, 41 (nr. 3000) op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren op Wikipedia