zavádět

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /zavaːɟɛt/

Woordafbreking

• za·vá·dět

Werkwoord

zavádět imperfectief  

1. voeren, brengen, leiden, begeleiden, heenbrengen, heenvoeren

Vervoeging

		enkelvoud	meervoud
eerste persoon		zavádím	zavádíme
tweede persoon	informeel	zavádíš	zavádíte
	formeel	zavádíte
derde persoon		zavádí	zavádí / zavádějí

Schrijfwijzen

• Oude schrijfwijze: zaváděti imperfectief

Synoniemen

• zavést perfectief

Afgeleide begrippen

• zavádění o
• zavádívat imperfectief

Typische woordcombinaties

• zavádět se imperfectief

Verwante begrippen

• vodit / vést imperfectief
• zavedení o
• zavedený
• zavést se perfectief

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)