zapt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zapt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zappen |
zapt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zappen
- Jij zapt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zappen
- Hij zapt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zappen
- Zapt!
Turks
Zelfstandig naamwoord
zapt