zagen weder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·gen we·der
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wederzien

zagen (...) weder

  1. meervoud verleden tijd van wederzien
    • Wij zagen weder. 
    • Jullie zagen weder. 
    • Zij zagen weder. 

Gangbaarheid