zag na
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zag na
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
nazien |
zag na
- enkelvoud verleden tijd van nazien
- Ik zag na.
- Jij zag na.
- Hij, zij, het zag na.
- Ik zag na.
Gangbaarheid
- Het woord zag na staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.