zag achterom
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zag achterom (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɑx ɑxtərˈɔm / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- zag ach·ter·om
Woordherkomst en -opbouw
- uit zag (werkwoord) en achterom (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
achteromzien |
zag (…) achterom
- enkelvoud verleden tijd van achteromzien
- Ik zag achterom.
- Jij zag achterom.
- Hij, zij, het zag achterom.
- Ik zag achterom.
Gangbaarheid
- Het woord zag achterom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.