zadel om

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·del om
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omzadelen

zadel (...) om

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzadelen
    • Ik zadel om. 
  2. gebiedende wijs van omzadelen
    • Zadel om! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzadelen
    • Zadel je om? 

Gangbaarheid