zaalwachter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zaalwachter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zaal·wach·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zaal en wachter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaalwachter | zaalwachters |
verkleinwoord | zaalwachtertje | zaalwachtertjes |
Zelfstandig naamwoord
de zaalwachter m
- (beroep) een bewaker van een zaal
- De zaalwachter zette de schreeuwende jongeren de zaal uit.
Verwante begrippen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zaalwachter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zaalwachter" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be