zaaizak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zaai·zak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zaai ww en zak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaaizak | zaaizakken |
verkleinwoord | zaaizakje | zaaizakjes |
Zelfstandig naamwoord
- een zak die gebruikt wordt om te zaaien
- Vroeger zaaide men met een zaaizak rond het middel.
Gangbaarheid
- Het woord 'zaaizak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zaaizak" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be