zaagdak
Uiterlijk
- zaag·dak
- samenstelling van zaag en dak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaagdak | zaagdaken |
verkleinwoord | zaagdakje | zaagdakjes |
het zaagdak o
- een dak met een of twee schuine vlakken, waarbij de een korter is dan de ander
- Het zaagdak van de fabriek zorgde voor een goed verlichte werkvloer.
- Het woord zaagdak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zaagdak" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be