xenofobie
Uiterlijk
- xe·no·fo·bie
- In de betekenis van ‘vrees voor wat vreemd is’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
- met het voorvoegsel xeno- en met het achtervoegsel -fobie
- afgeleid van xenofoob met het achtervoegsel -ie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | xenofobie | xenofobieën |
verkleinwoord | xenofobietje | xenofobietjes |
de xenofobie v
- een afkeer van alles wat vreemd of buitenlands is
- Heeft u last van xenofobie?
1. een afkeer van alles wat vreemd of buitenlands is
- Het woord xenofobie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "xenofobie" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "xenofobie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ xenofobie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel xeno- in het Nederlands
- Achtervoegsel -fobie in het Nederlands
- Achtervoegsel -ie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %