xantippe
Uiterlijk
- xan·tip·pe
- eponiem: een verwijzing naar Xanthippe
de vrouw van Socrates, in de betekenis van ‘boze vrouw’ voor het eerst aangetroffen in 1649 [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | xantippe | xantippes |
| verkleinwoord | xantippetje | xantippetjes |
de xantippe v
- boosaardige en kijfachtige vrouw
- Jeetje, wat was die vrouw een xantippe.
- Het woord xantippe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "xantippe" herkend door:
| 75 % | van de Nederlanders; |
| 67 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "xantippe" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Eponiem in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 75 %
- Prevalentie Vlaanderen 67 %