wroetelen
Uiterlijk
wroe·te·len
- frequentatief gevormd uit wroeten met het achtervoegsel -el
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wroetelen |
wroetelde |
gewroeteld |
zwak -d | volledig |
wroetelen
- (verouderd) inergatief blijven woelen
- Vier kleine kinderen lagen onder de gulle zon in de aarde te wroetelen.
- Het woord 'wroetelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Frequentatief in het Nederlands
- Achtervoegsel -el in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal