wraakzuchtig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wraak·zuch·tig
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van wraakzucht met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wraakzuchtig | wraakzuchtiger | wraakzuchtigst |
verbogen | wraakzuchtige | wraakzuchtigere | wraakzuchtigste |
partitief | wraakzuchtigs | wraakzuchtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
wraakzuchtig
- met een niet te bedwingen wens om wraak te willen nemen
- De gescheiden man was zeer wraakzuchtig tegen zijn vroegere geliefde.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord wraakzuchtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "wraakzuchtig" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be