woordspel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- woord·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woordspel | woordspelen woordspellen (4) |
verkleinwoord | woordspelletje | woordspelletjes |
Zelfstandig naamwoord
het woordspel o
- taalgebruik niet bedoeld voor het overbrengen van een betekenis, maar om de eigenaardigheden van de taal te laten zien of een humoristisch effect te bereiken
- taalgebruik waarbij bewust een dubbelzinnige vorm wordt gebruikt
- drogredenering door een verschil in betekenis van een term
- tijdverdrijf waarbij het erom gaat betekenisvolle lettercombinaties te vinden
Synoniemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord woordspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "woordspel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %