woof
Uiterlijk
- woof
- naar analogie van sterke werkwoorden als schuiven en snuiven gevormde verleden tijd, soms bewust voor een grappig effect, soms bij vergissing [1]
vervoeging van |
---|
wuiven |
woof
- enkelvoud verleden tijd van wuiven
- Ik woof.
- Jij woof.
- Hij, zij, het woof.
- Ik woof.
- wuifde (gangbare vorm)
- Het woord 'woof' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Wuiven: woof / wuifde op website Nederlandse Taalunie: taaladvies.net; geraadpleegd 2018-01-29