woningtoewijzing
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wo·ning·toe·wij·zing
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van woning en toewijzing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woningtoewijzing | woningtoewijzingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de woningtoewijzing v
- het bepalen wie een bepaalde woning mag gaan bewonen