woningtekort
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wo·ning·te·kort
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | woningtekort | woningtekorten |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het woningtekort o
- de situatie waarin er minder woningen beschikbaar zijn dan waar er behoefte aan is
- Door een woningtekort worden de huurprijzen onbetaalbaar en raakt de woningmarkt op slot.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.