woningsector
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wo·ning·sec·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woningsector | woningsectoren woningsectors |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
woningsector m
- het geheel van organisaties dat zich bezig houdt met de nieuwbouw, verbouwing en beheer van woningen