woningproductie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wo·ning·pro·duc·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woningproductie | woningproducties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de woningproductie v
- de vervaardiging van een woning
- de totale omvang van het bouwen van woningen