woldragend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wol·dra·gend
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen woldragend
verbogen woldragende

Bijvoeglijk naamwoord

woldragend

  1. een dier of dierensoort dat een wollen vacht heeft
    • Die woldragende kameel levert heerlijk zacht wol. 
  2. iemand die een kledingstuk van wol aan heeft
    • De woldragende mensen zijn beter bestand tegen de koude.