witte vliegen

Nederlands

kaswittevlieg

Uitspraak

• Geluid:  witte vliegen    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• wit·te vlie·gen

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  witte  en vliegen
•  witte vlieg zn  met de uitgang -en

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		witte vliegen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de witte vliegen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord witte vlieg
2. meervoudsvorm als officiële benaming (halfvleugeligen) Aleyrodidae  een familie uit de orde der halfvleugeligen (Hemiptera). Deze insecten hebben zeven-ledige antennen en twee paar gelijkvormige, transparante, witte of gemarmerde vleugels. Alle soorten blijven relatief klein, hun lichaamslengte bedraagt een tot drie millimeter

Synoniemen

• motluizen

Hyperoniemen

• [2] plantenluizen, halfvleugeligen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] kaswittevlieg, koolwittevlieg, tabakswittevlieg

Gangbaarheid

• Het woord 'witte vliegen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.