wist-je-datje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wist-je-dat·je
Woordherkomst en -opbouw
- (samenkoppeling) van "wist je dat" in de verkleinwoordvorm
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | wist-je-datje | wist-je-datjes |
Zelfstandig naamwoord
het wist-je-datje o dim. tant.
- een kleine wetenswaardigheid
- Er staat altijd een wist-je-datje op de tweede bladzijde.
Gangbaarheid
- Het woord wist-je-datje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.