wispelen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wis·pe·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wispelen |
wispelde |
gewispeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
wispelen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'wispelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.