winteroffensief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • win·ter·of·fen·sief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord winteroffensief winteroffensieven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het winteroffensiefo

  1. (militair) aanval gedurende de wintermaanden
     Eerder deze week zei de leider van de Taliban, Mohammed Omar, dat de aanslagen op buitenlandse troepen worden opgevoerd. Waarnemers menen dat de Taliban zich voorbereiden op een winteroffensief. Naar verwachting zijn deze operaties ook gericht op de Nederlandse militairen die in de provincie Uruzgan verblijven.[1]
  2. (meteorologie) een periode met streng winterweer
     Het is een kortstondig winteroffensief dat Berkelland in een mooi wit kleed hulde. Vandaag is daar nog volop van te genieten. Ook gisteren, met sneeuwbuien, dooi en zon, leverde het echte winterse taferelen op.[2]
     Het winteroffensief sloeg gisteren eerst toe in de Vogezen en het Zwarte Woud en veroverde vervolgens heel Duitsland.[3]
  3. activiteit in de winter
     Het Winteroffensief van het poppodium Atak heeft als thema 'The Now Generation' meegekregen.[4]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Taliban: Meer zelfmoordaanvallen op NAVO” (26 oktober 2006), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink Weblink bron “Nog heel even winter” (13-12-2012), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Helft Duitsland ziet al wit en sneeuwstorm teistert Alpen” (28-10-2012), Tubantia
  4. Bronlink Weblink bron “Winteroffensief van 'The Now Generation'” (12-12-2007), Tubantia