winterhand
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: winterhand (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɪntərˌhɑnt / (3 lettergrepen); /ʋɪntərɦɑnt/
Woordafbreking
- win·ter·hand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | winterhand | winterhanden |
verkleinwoord | winterhandje | winterhandjes |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) blauwrode, pijnlijke, hevig jeukende zwelling van vingers of ander deel van de hand na blootstelling aan hevige kou
- ▸ Een winterhand of -voet (pernio) bestaat uit een lokale, gezwollen, rode, pijnlijke of jeukende plek op vingers, tenen, oren of neus als gevolg van een slechte bloedsomloop.[3]
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- atherosclerose
- bloedviscositeit
- collageenziekten
- fenomeen van Raynaud
- lupus erythematodes
- wintertenen, wintervoet
Gangbaarheid
- Het woord 'winterhand' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Egbert de Jongh & Monique Verduijn“Perniones (wintertenen, winterhanden)” (28 juni 2018) op nhg.org
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Medische termen en afkortingen: W – Winterhand” (23 september 2011) op menselijklichaam.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal