winstgevend
Uiterlijk
- Geluid: winstgevend (hulp, bestand)
- winst·ge·vend
- samenstelling van winst en gevend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | winstgevend | winstgevender | winstgevendst |
verbogen | winstgevende | winstgevendere | winstgevendste |
partitief | winstgevends | winstgevenders | - |
winstgevend
- als een bezigheid meer opbrengsten oplevert dan kosten
- De succesvolle zakenman had een zeer winstgevende onderneming.
- China is essentieel voor de hoge winsten van Apple, maar Donald Trump is de kip met gouden eieren aan het slachten. Trumps hoge heffingen op import uit China hebben desastreuze gevolgen voor Apple. Het meest winstgevende bedrijf van Amerika betaalt nu de prijs voor ‘Made in China’.[1]
1. als een bezigheid meer opbrengsten oplevert dan kosten
- Het woord winstgevend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "winstgevend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ www.nrc.nl (11 apr 2025)
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be