winstgevend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • winst·ge·vend
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen winstgevend winstgevender winstgevendst
verbogen winstgevende winstgevendere winstgevendste
partitief winstgevends winstgevenders -

Bijvoeglijk naamwoord

winstgevend

  1. als een bezigheid meer opbrengsten oplevert dan kosten
    • De succesvolle zakenman had een zeer winstgevende onderneming. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be