winner
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- win·ner
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van winnen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | winner | winners |
verkleinwoord | winnertje | winnertjes |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die iets wint, een winnaar of iemand die een goed verwerft
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord winner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "winner" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
enkelvoud | meervoud |
---|---|
winner | winners |
Zelfstandig naamwoord
winner
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 84 %
- Prevalentie Vlaanderen 88 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 6
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels