winkelwaarde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • win·kel·waar·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord winkelwaarde winkelwaardes
winkelwaarden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

winkelwaarde v [1]

  1. (economie) de waarde van goederen of diensten uitgedrukt in de prijs die de consument ervoor moet betalen
    • Bij de supermarkt aan de Iepenlaan in Woerden heeft de politie maandagochtend een 17-jarige jongen uit Litouwen aangehouden op verdenking van diefstal van boodschappen met een winkelwaarde van € 57,-. De dief wilde die morgen rond tien uur een winkelwagen vol boodschappen zonder te betalen de winkel uitloodsen. [2] 
    • De speakers hebben in de Verenigde Staten een winkelwaarde van 325 dollar. De Beats Pill XL werden in 2013 op de markt gebracht door Beats by Dre. Dat bedrijf werd in 2014 ingelijfd door Apple. Klanten die de speakers inleveren, krijgen daarvoor een vergoeding, aldus Apple. [3] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen