windjammer
Nederlands

Uitspraak
- Geluid: windjammer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wind·jam·mer
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘zeilschip’ voor het eerst aangetroffen in 1930 [1]
- samenstelling van wind en jammer [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | windjammer | windjammers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (scheepvaart) een, meestal dwarsgetuigd, groot zeilschip (een tallship) dat in de negentiende en het begin van de twintigste eeuw werd gebruikt voor de handel
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord windjammer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "windjammer" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ windjammer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).