windhaak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

windhaak
Uitspraak
Woordafbreking
  • wind·haak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord windhaak windhaken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de windhaakm

  1. een haak waarmee men een raam of deur in open stand kan vastzetten
    • Een openslaand raam of deur kan bij een windvlaag te hard open of dicht slaan. Daarom is er meestal een mogelijkheid om raam of deur in de open stand vast te zetten. Het simpelst is de windhaak. Deze haak zit draaibaar vast in een oog in de muur of in het kozijn. De andere kant van de stang is omgebogen tot een haak, zie past in een oog dat in het raam of de deur geschroefd is. [2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Utrechts documentatiesysteem Windhaak Windhaak
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be