wind om

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wind om
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omwinden

wind om

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwinden
    • Ik wind om. 
  2. gebiedende wijs van omwinden
    • Wind om! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwinden
    • Wind je om? 
Verwante begrippen


Gangbaarheid