willigde in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wil·lig·de in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inwilligen

willigde in

  1. enkelvoud verleden tijd van inwilligen
    • Ik willigde in. 
    • Jij willigde in. 
    • Hij, zij, het willigde in. 


Gangbaarheid